Wie is aansprakelijk bij een gebrekkige postoperatieve opvolging?
Na een operatie of medische ingreep is opvolging vaak noodzakelijk. Wanneer er tijdens deze periode van opvolging een probleem ontstaat, kan de arts en/of het ziekenhuis nog steeds aansprakelijk gesteld worden. Deze aansprakelijkheid eindigt immers niet bij het succesvol afronden van de operatie of de medische ingreep.
Zo werden recentelijk door het Hof van Beroep te Antwerpen zowel de artsen als het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor verlies aan genezingskansendoor een gebrekkige postoperatieve opvolging.
DE FOUT
De arts
De aansprakelijkheid van de arts zal beoordeeld worden aan de hand van de zorg die een normaal zorgvuldige arts van dezelfde specialiteit aan de dag zou leggen.
Onzorgvuldigheid kan zich niet alleen voordoen bij het stellen van een diagnose of tijdens een behandeling, maar dus ook in het kader van de nazorg.
Hiervan zijn reeds talrijke voorbeelden te vinden, waaronder:
- een anesthesist van wacht handelt onzorgvuldig wanneer hij ondanks herhaaldelijke klachten van de patiënt pas na twee dagen dacht aan de mogelijkheid van een epiduraal hematoom én bovendien naliet tijdig neurologisch advies in te winnen op het ogenblik dat hij de pijnen niet meer onder controle kreeg waardoor het epiduraal hematoom laattijdig ontdekt werd.
- een gastro-enteroloog die tekortschoot in zijn plicht tot behoorlijke nazorg door pas een eerste consultatie in te plannen 14 dagen na de ingreep, zonder tussentijdse opvolging door verpleging en huisarts, terwijl reeds na 5 dagen ernstige schade was opgetreden.
Het ziekenhuis
Wanneer een patiënt schade heeft geleden in een bepaald ziekenhuis, kan hij dit ziekenhuis eveneens aanspreken. (art. 30 Ziekenhuiswet)
Op het ziekenhuis rust immers een vermoeden van aansprakelijkheid voor alle tekortkomingen in verband met de Wet Patiëntenrechten, begaan door personen die in dat ziekenhuis zijn tewerkgesteld.
Voor bepaalde beroepscategorieën, zoals zelfstandige artsen, kan de toepassing van dit vermoeden door het ziekenhuis worden uitgesloten, maar dan moet dit wel duidelijk en voorafgaandelijk aan de patiënt worden meegedeeld.
DE SCHADE
De begroting van de schade verloopt aan de hand van de leer van ‘het verlies van een kans’. Concreet moet er een vergelijking gemaakt worden tussen de voordelen die de patiënt mocht verwachten indien de kans zich had gerealiseerd en de mogelijkheid tot verwezenlijking van die kans.
De ‘kans’ betreft in dit geval de kans tot genezing.
Vaak zal deze schade “ex aequo et bono” begroot worden, wat neerkomt op een schadebegroting naar billijkheid, aangezien een concrete berekening niet altijd mogelijk is.
In een recent arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen werd er aan de hand van een deskundigenverslag voor het eerst wel een concreet percentage verbonden aan de gemiste genezinskansen.
Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen of stelt u vast dat u schade heeft geleden door een gebrekkige nazorg van uw behandeld arts? Contacteer één van onze advocaten gespecialiseerd in het medisch recht. Uw contactname wordt uiteraard met de nodige discretie behandeld.